Onderstaande vragen helpen je op weg om geloofsgesprekken te voeren over wat je in het boek gelezen hebt.
Bij deel 1: Zeven bijbelse uitdrukkingen
1. Welke van de zeven uitdrukkingen uit de Bijbel is je het meest vertrouwd?
2. Welke uitdrukking ervaar je als nieuw en zou je daarom verder samen willen doordenken?
3. Zeg je het Paulus na: ‘Christus leeft in mij’? Of heb je aarzelingen om dat ook zo te zeggen?
4. Het beeld van een ‘geur van Christus’ impliceert dat naast de Heer en de leer ook de sfeer erg belangrijk is als het gaat om het uitdragen van je geloof. Vind jij dat ook?
5. Wat versta je onder ‘sterven met Christus’? Waar zie je dat terug in je eigen leven?
6. Praat met elkaar door over een evangelisatiecontact dat je had. Waar ging het gesprek over? Hoe had je het achteraf gezien misschien anders kunnen doen?
7. Zijn er nog andere bijbelse uitdrukkingen die te maken hebben met het uitstralen van Jezus?
Bij deel 2: Zeven uitstralingsmogelijkheden
1. Welke van de karaktertrekken/eigenschappen van Jezus is voor jou het belangrijkst?
2. Kun je nog andere karaktertrekken van Jezus noemen, naast de zeven genoemde?
3. Hoe kun je meer de vreugde van Jezus in je hart laten binnenkomen? Herken je dat het zwaar kan zijn in moeilijke omstandigheden toch de vreugde van Jezus te ervaren? Of vind je dat eigenlijk een onmogelijke ‘opgave’?
4. In een wereld waarin je geleerd wordt om assertief te zijn, moeten christenen vooral laten zien wat zachtmoedigheid betekent. Ben je het daarmee eens?
5. Jezus maakt zich heilig boos over onrecht. Over welk onrecht maak jij je in Jezus’ naam kwaad?
6. ‘Alle schatten van wijsheid en kennis liggen in Christus verborgen.’ Geloof je dat? Hoe kun je leren om daaruit ook daadwerkelijk te leven?
7. Om welke eigenschap/karaktertrek zou jij voor jouw leven de heilige Geest specifiek willen bidden? Ga je dat vanaf nu ook doen?
Bij deel 3: Zeven praktijksituaties
1. Vertel iets uit de praktijk van één van de voorbeeldsituaties in de zeven hoofdstukken.
2. Ben jij wel eens bang om als een Gekke Henkie of een Malle Annie te worden gezien vanwege je geloof? Waarom?
3. Wat is de meest voorkomende ergernis voor jou in het verkeer? Hoe reageer je daarop? Zou je die reactie willen veranderen?
4. Praat samen door over de vijf talen van de liefde (toe te passen in het gezin, maar ook in het huwelijk of in de gemeente). Welke taal past het best bij jou?
5. Herken je in de samenleving de honger naar verbondenheid? Geloof je dat dat precies is wat de kerk kan c.q. zou moeten bieden?
6. Hoe kan jouw gemeente groeien in het uitstralen van Jezus naar de samenleving?
7. Welke andere situaties zijn er waarin je Jezus kunt uitstralen?
Bij deel 4: Zeven geestelijke oefeningen
1. Welke van de genoemde zeven geestelijke oefeningen speelt momenteel de grootste rol in je leven? En op welke manier?
2. Welke geestelijke oefening is min of meer nieuw voor je? Zou je je er verder in willen verdiepen? Waarom (niet)?
3. Ervaar je de samenkomsten die je bijwoont als momenten waar je Christus daadwerkelijk ontmoet?
4. Wat vind je van ‘Christocentrisch bidden’? Herken je het? Hoe zien je eigen gebeden eruit vergeleken met wat er gezegd wordt over LoBeDaVra en de plaats van Christus daarin?
5. Hebben de dingen die beschreven worden in het hoofdstuk over ‘delen in kleine kring’ ook een plek in jouw samenkomen met anderen?
6. Welke concreet voornemen zou je willen maken om te groeien in een leven in eenvoud?
7. Zou je geestelijke begeleiding willen ontvangen? Ken je iemand bij wie je dan terecht kunt?