De stille week van dag tot dag


Door: Ronald Westerbeek, CVKoers maart 2005

De Evangelieschrijvers zijn uit op een accurate weergave van de boodschap van Jezus en de betekenis van de gebeurtenissen, en niet zozeer op de precieze chronologie van die gebeurtenissen. Hierdoor zijn er op dit punt soms verschillen tussen de Evangeliën en wordt het tijdsverloop niet altijd benoemd. Dit overzicht kan helpen om u gedurende de Stille Week van dag tot dag bewust te zijn van wat zich afspeelde tijdens de laatste dagen voor Pasen.

Zondag: Palmpasen
Het is zes dagen voor Pesach en veel Joden gaan naar Jeruzalem. Jezus kondigt voor de derde keer zijn lijden, sterven en opstanding aan, en gaat ook onderweg. Bij Jericho geneest Jezus de blinde Bartimeüs. Lucas noemt ook de oppertollenaar Zacheüs in Jericho, bij wie Jezus maaltijd houdt om vervolgens verder te reizen naar Jeruzalem. Als ze bij Betfagé komen, een dorp op de hellingen van de Olijfberg, stuurt Jezus zijn discipelen erheen om een ezelsveulen te halen, naar de profetie van Zacheria (Zach. 9:9). Dan volgt de intocht in Jeruzalem, een van de weinige plaatsen in de Evangeliën waar Jezus' glorie op aarde erkend wordt. Volgens Matteüs en Lucas volgt dan de tempelreiniging, Marcus plaatst deze gebeurtenis de volgende dag. Zondagavond verlaat Jezus Jeruzalem om te overnachten in Betanië, vermoedelijk bij zijn vrienden Martha, Maria en Lazarus, die Hij kort ervoor opwekte uit de dood.
Matt. 20:17 – 21:17 | Marc. 10:32 – 11:11 | Luc. 18:31 – 19: 46 | Joh. 12:12-19

Maandag
De volgende ochtend gaat Jezus terug naar de tempel. Volgens Marcus volgt dan de tempelreiniging. Jezus is overdag in de tempel om te onderwijzen over zijn koninkrijk. De nachten brengt Hij buiten de stad door, volgens Lucas 'buiten op de Olijfberg' – wellicht in de olijftuin Getsemane, Lucas vertelt later dat Jezus daar vaak kwam met zijn leerlingen - maar het kan ook bij zijn vrienden in Betanië zijn, dat op de oostelijke hellingen van de Olijfberg ligt. De overpriesters en schriftgeleerden willen Jezus gevangennemen en ombrengen, maar ze durven dit niet, omdat het volk in Hem een profeet ziet. Ze stellen Jezus' gezag aan de kaak en stellen strikvragen. Als Jezus aan het eind van de dag het tempelplein verlaat, vertelt Hij zijn discipelen over de toekomst. Hij neemt hen mee naar de Olijfberg, de plaats waarvan Zacharia profeteerde dat de Messias er zijn koninkrijk zou stichten (Zach. 14:4). Daar vertelt Hij verder over de laatste dingen en zijn wederkomst. Dit lijkt één lange rede te zijn, maar het is aannemelijk dat Jezus zowel maandagavond als dinsdagavond de tijd neemt om met zijn discipelen hierover door te praten.
Matt. 21:18 – 24:2 | Marc. 11:12 – 13:2 | Luc. 19:47 – 21:4

Dinsdag
's Ochtends vroeg komen de mensen al naar de tempel om naar Jezus te luisteren, en inderdaad komt Hij opnieuw om te onderwijzen. De overpriesters en schriftgeleerden zien het met lede ogen aan en zinnen op een manier om Jezus te kunnen aanpakken - de spanning loopt op. Johannes vertelt hoe enkele Grieken proberen Jezus te spreken. Jezus kondigt opnieuw zijn dood aan en zegt dat Hij doodsbang is, maar ook dat Hij juist hiervoor is gekomen. Dan klinkt Gods stem uit de hemel: 'Ik heb mijn grootheid getoond en Ik zal mijn grootheid weer tonen'. Sommige mensen denken dat ze een engel hoorden spreken, anderen doen het af als onweer. 's Avonds gaat Jezus opnieuw naar de Olijfberg om er de nacht door te brengen. Met zijn discipelen praat Hij over zijn wederkomst.
Matt. 24:3 – 26:5 | Marc. 13:3 – 13:36 | Luc. 21:5 – 36 | Joh. 12:20-36

Woensdag
Wellicht is Jezus overdag opnieuw in de tempel, maar waarschijnlijk blijft Hij op de Olijfberg en laat Hij zich niet zien in de stad. Ondertussen komen de overpriesters en de oudsten van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, Kajafas. Daar beramen ze een plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen en Hem te doden. Matteüs en Marcus vertellen dat Jezus 's avonds opnieuw naar Betanië gaat, naar het huis van Simon de melaatse, om er maaltijd te houden. Daar zalft Maria, de zus van Martha en Lazarus, Hem met kostbare nardusmirre (Johannes plaatst deze gebeurtenis enkele dagen eerder, vlak voor de intocht in Jeruzalem, en noemt ook haar naam, Joh. 12:1-11). Daarop gaat Judas verbolgen naar de hogepriesters. Vanaf dit moment zint Judas op een gunstig moment om Jezus uit te leveren.
Matt. 26:6 – 26:17 | Marc. 14:1 - 11 | Luc. 22:1 – 6

Witte Donderdag
Het is de eerste dag van het feest van de ongezuurde broden en de discipelen treffen voorbereidingen om op een veilige plek in de stad het pesachmaal te kunnen houden. Als de avond is gevallen, houden ze maaltijd en Jezus stelt het heilig avondmaal in: doet dit tot mijn gedachtenis. Johannes vertelt uitvoerig over de voetwassing en over alles wat Jezus, wetende dat zijn ure gekomen is, nog met zijn leerlingen bespreekt. Jezus bidt het hogepriesterlijk gebed. Na de maaltijd zingen ze lofliederen met elkaar en daarna gaan ze terug naar de Olijfberg, naar de hof Getsemane, waar Jezus hun vraagt met Hem te waken. In de katholieke traditie wordt daarom op deze avond een nachtwake gehouden, meestal tot twaalf uur, soms ook de hele nacht door. Jezus wordt 's nachts gearresteerd en meegevoerd, eerst naar de hogepriester Annas, dan naar het paleis van Kajafas, waar de overpriesters proberen een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen om Hem ter dood te kunnen laten brengen. Hij wordt bespuwd en geslagen. Petrus, die heimelijk volgt tot op de binnenplaats van het paleis, loochent Hem.
Matt. 26:17 – 75 | Marc. 14:12 – 72 | Luc. 22:7 – 65 | Joh. 13:1 – 18:27

Goede Vrijdag
In alle vroegte komen alle hogepriesters en oudsten en het hele Sanhedrin bijeen en zij besluiten Jezus ter dood te brengen. Geboeid leveren zij hem over aan Pilatus, de prefect. Daarop krijgt Judas berouw, brengt de zilverstukken terug naar de hogepriesters en verhangt zich. Lucas meldt dat de prefect Jezus naar Herodes laat brengen, die Hem met een spottend pronkgewaad weer terugstuurt naar Pilatus. Deze probeert Jezus vrij te laten, maar het volk verkiest Barabbas. Dan geeft Pilatus Hem over om te worden gegeseld. De Romeinse soldaten nemen Jezus mee naar de binnenplaats van het gerechtsgebouw en verzamelen de hele cohort om Hem heen. Ze kleden Jezus uit en geselen Hem, doen Hem een scharlakenrode mantel om en zetten een doornenkroon op zijn hoofd. Ze bespotten Hem en slaan Hem op het hoofd. Pilatus toont de gegeselde Jezus aan het volk, dat blijft roepen om zijn kruisiging en Pilatus geeft toe. Buiten het gerechtsgebouw wordt Simon van Cyrene gedwongen om Jezus te helpen het kruis te dragen. Het is in het derde uur, tussen acht en negen 's ochtends, dat Jezus op Golgota wordt gekruisigd. Om twaalf uur valt er een duisternis over het hele land, tot drie uur 's middags. Dan sterft Jezus. Het voorhangsel in de tempel scheurt van boven tot onder, de aarde beeft en rotsen splijten. Na het vallen van de avond gaat Josef van Arimatea naar Pilatus en krijgt toestemming het lichaam te begraven, in een rotsgraf vlakbij Golgota.
Matt. 27:1 - 61 | Marc. 15:1 - 47 | Luc. 22:66 – 23:56 | Joh. 18:28 – 19:42

Stille Zaterdag
Het is sabbat. Verslagen en bang zijn de overgebleven elf leerlingen van Jezus bij elkaar en houden zich schuil. Het Kwaad lijkt te hebben overwonnen. In de katholieke traditie is er in de paasnacht een Paaswake. Buiten, of in het voorportaal van de kerk, wordt na middernacht het paasvuur wordt ontstoken: symbool van het Licht van Christus dat doorbreekt in de duisternis. Met het paasvuur wordt de paaskaars aangestoken - met daarop een kruis en de Alpha en de Omega – en het Licht wordt de donkere kerk in gedragen. De kerkgangers steken hun kaars aan met de vlam van de paaskaars, geven het licht door en de kerk wordt licht. Ze begroeten elkaar: ,,Christus is verrezen!'', en de ander antwoordt: ,,De Heer is waarlijk opgestaan!''

Paaszondag
Voor dag en dauw gaan de vrouwen naar het graf om het lichaam te verzorgen. Engelen verschijnen: 'Waarom zoekt u de levende onder de doden?' Jezus is opgestaan! Jezus verschijnt aan Maria van Magdala. Als de vrouwen het aan de elf leerlingen vertellen - die met gesloten deuren bij elkaar schuilen, bang om ook opgepakt te worden - stuiten ze op ongeloof. Lucas vertelt dat ze wel gaan kijken bij het graf. Diezelfde dag verschijnt Jezus aan de twee volgelingen die onderweg zijn naar Emmaüs en breekt met hen het brood. De twee leerlingen haasten zich terug naar de elf discipelen, die ook aan het eten zijn. Terwijl ze nog vertellen, verschijnt Jezus in hun midden. Opnieuw belooft Hij hun de Heilige Geest. 'Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.''
Matt. 28:1 – 15 | Marc. 16:1 – 13 | Luc. 24:1 – 53 | Joh. 20 1-23

Naar Hemelvaart en Pinksteren
Hierna verschijnt Jezus gedurende veertig dagen en onderwijst zijn discipelen over het koninkrijk van God, en Hij belooft de Heilige Geest. Daarna wordt Hij voor hun ogen vanaf de Olijfberg opgenomen in de hemel. Zoals Jezus hun geboden heeft, blijven ze in een bovenvertrek in Jeruzalem, met andere volgelingen en de vrouwen, vurig en eensgezind biddend, in verwachting van de Heilige Geest. Na tien dagen van gebed wordt 's ochtends vroeg de Heilige Geest uitgestort – het is Pinksteren! Johannes 20: 24- 21:25 | Handelingen 1:1 – 2:47